actueel

 Technische                       
     bijdrage cruciaal
bij AI-octrooi

Oplossing voor technisch probleem

Volgens het Europees Octrooibureau (EOB) is een AI-uitvinding alleen te octrooieren als het aantoonbaar een technisch probleem oplost. Hoewel AI-modellen, zoals neurale netwerken, in essentie wiskundig en abstract zijn, zijn ze dat niet meer zodra ze worden toegepast voor concrete technische doeleinden. Bijvoorbeeld wanneer AI wordt ingezet in medische apparatuur voor het detecteren van afwijkingen zoals hartritmestoornissen, of wanneer het bijdraagt aan beeld- en audioclassificatie via signaalverwerking.




Technisch effect

Niet alle AI-innovaties komen dus voor octrooibescherming in aanmerking. Innovaties die puur abstract, cognitief of economisch van aard zijn, vallen buiten de boot. Een algoritme dat documenten classificeert op inhoud, zonder een technische toepassing, wordt beschouwd als een intellectuele bezigheid. Ook puur abstracte verbeteringen aan een AI-model, zoals hogere nauwkeurigheid bij het voorspellen van voor­keuren of economische trends, zijn niet voldoende. Dit onderscheid ligt verankerd in de COMVIK-benadering, waarmee het EOB beoordeelt of er daadwerkelijk een technisch effect en een uitvindingshoogte is bereikt. Volgens deze benadering moeten alleen de technische kenmerken van een AI-innovatie worden meegewogen bij de beoordeling van de inventiviteit.

Specifieke toepassing

Recent heeft het EOB de lat hoger gelegd. Het volstaat niet meer om simpelweg een AI-techniek te noemen; octrooiaanvragen moeten aantonen hoe het model technisch geïntegreerd en functioneel begrensd is tot een specifieke toepassing. Concreet betekent dit dat octrooiaanvragen duidelijk moeten beschrijven hoe en in welke context het AI-model wordt toegepast. Bijvoorbeeld hoe het precies bijdraagt aan betere signaalverwerking of efficiënter gebruik van hardware. Ontbreken deze details, dan is het risico dat een aanvraag wordt af­gewezen door onvoldoende technische bijdrage.

“Succesvolle AI-­octrooien zijn niet meer alleen een kwestie van slimme algoritmes”

Reproduceerbaar

Daarnaast is er een vereiste van reproduceerbaarheid van het technische effect. Dat betekent dat octrooiaanvragen voldoende details moeten bevatten over hoe modellen worden getraind, inclusief specifieke eigenschappen van de trainingsdata. In de praktijk leidt dit ertoe dat bedrijven en onderzoekers hun AI-methoden nauwkeuriger moeten documenteren en uitleggen.

Europa versus Verenigde Staten

Hoewel het EOB en het Amerikaanse USPTO (United States Patent
and Trademark Office) het grotendeels eens zijn over de eis dat AI-uitvindingen een technische toepassing moeten hebben, zijn er accentverschillen. Die zorgen ervoor dat het Amerikaanse systeem vriendelijker is voor AI-­gerelateerde aanvragen. Het USPTO kijkt bijvoorbeeld meer naar de praktische toepasbaarheid en de concrete verbetering die AI biedt in de echte wereld, terwijl het EOB specifiek let op de technische aard en implementatiedetails van de AI-toepassing.


Een AI-uitvinding is dus octrooieerbaar als het expliciet een technische toepassing of verbetering realiseert. Succesvolle octrooien in de AI-sector zijn daarom niet meer alleen een kwestie van slimme algoritmes, maar ook van aantoonbare technische verbeteringen in de ‘echte’ wereld.

Delen