actueel

  Grote Kamer 
      van Beroep
verruimt begrip
    ‘stand van
     de techniek’

         in G 1/23

Op 2 juli 2025 heeft de Grote Kamer van Beroep van het Europees Octrooibureau (EOB) uitspraak gedaan in zaak G 1/23, ook bekend als de ‘ Zonnecel’-zaak. Deze beslissing verduidelijkt of een op de markt gebracht product tot de stand van de techniek behoort, zelfs als het niet volledig kan worden geanalyseerd of nagemaakt. Dit is vooral relevant voor complexe chemische producten waarvan de exacte samenstelling en productiewijze niet publiekelijk bekend zijn, terwijl het product al wel op de markt is.

Uitvindingen zijn volgens het EOB octrooieerbaar als ze nieuw en inventief zijn ten aanzien van de stand van de techniek. Volgens het EOB omvat de stand van de techniek alles wat vóór de indieningsdatum van een octrooiaanvraag openbaar is gemaakt, bijvoorbeeld door publicatie, gebruik of verkoop. De centrale vraag in G 1/23 was of een commercieel beschikbaar product, waarvan de interne samenstelling onbekend en niet reproduceerbaar is, ook tot de stand van techniek behoort.    

Op de markt beschikbaar

De zaak ontstond uit een geschil over een polymeermateriaal dat wordt gebruikt in zonnecellen. Dit materiaal was al op de markt beschikbaar vóór de indieningsdatum van de octrooi­aanvraag, maar de exacte samenstelling kon toen niet door een vakman worden vastgesteld en nagemaakt. De vraag was of een dergelijk materiaal wel tot de stand van de techniek kan behoren, want een eerdere beslissing van de Grote Kamer van Beroep (G 1/92) stelde dat dit pas zo is als een product geanalyseerd én gereproduceerd kon worden.  


In de praktijk leidde dit tot uiteen­lopende uitspraken in de jurisprudentie. Sommige Kamers van Beroep stelden dat producten die niet volledig te analyseren of na te maken zijn, niet tot de stand van de techniek behoren.

Ruimere interpretatie

De Grote Kamer heeft dit nu opgehelderd. Zij stelt dat de term ‘reproduceerbaarheid’ ruimer moet worden geïnterpreteerd. Als een product op de markt is gebracht en fysiek beschikbaar is voor een vakman, dan is het in juridische zin reproduceerbaar. Het is namelijk mogelijk om het product herhaaldelijk te verkrijgen, ook al kan het niet worden nagemaakt uit basismaterialen.


Daarnaast oordeelt de Kamer dat analyseerbaarheid geen aparte voorwaarde is. Het feit dat een product beschikbaar was voor het publiek – eventueel samen met technische informatie – is voldoende voor opname in de stand van de techniek. Dit geldt zelfs als de samenstelling of structuur ervan onbekend bleef. Ook het feit dat een product later wordt aangepast of van de markt verdwijnt, verandert niets aan zijn status als stand van de techniek.

Conclusie en les voor de praktijk

Een product dat vóór de indieningsdatum op de markt is gebracht, behoort tot de stand van de techniek, ook als het niet volledig geanalyseerd of gereproduceerd kon worden. Octrooihouders moeten daarom rekening houden met een brede invulling van het begrip ‘stand van de techniek’. Wat publiekelijk beschikbaar is, telt — ook als niet alles ervan technisch begrijpelijk is.


Heeft u vragen over dit onderwerp? Neem dan contact op met een van onze octrooigemachtigden.

Delen